Kind & Papier

A.W. Sijthoff: drukker, uitgever en verzamelaar van centsprenten

 

 

start

Bij de grote verzamelaars van centsprenten wordt de naam van Sijthoff vrijwel nooit genoemd. Boekenoogen, Waller, Van Kuyk, Van Veen en Boerma zijn voor de liefhebbers van deze prentsoort vertrouwde namen, maar de eerste die in Nederland een grote verzameling centsprenten bijeenbracht was Albertus Willem Sijthoff uit Leiden. Hoewel zijn belangstelling aanvankelijk tot doel had om als uitgever van kinderprenten de markt te verkennen, ontwikkelde hij zich tot gepassioneerd verzamelaar met een doel voor ogen.

 

A. W. Sijthoff (1829-1913) was één van de belangrijkste uitgevers in de 19e eeuw; niet alleen vanwege het grote aantal boeken dat van zijn persen kwam, maar ook omdat hij een belangrijke bijdrage leverde aan de ontwikkeling van het drukkers- en uitgeversbedrijf. Zo was hij één van de eersten die gebruik maakte van de snelpers en -later- aandrijving door een stoommachine. Ook stichtte Sijthoff een houtgraveerschool, waarvoor hij de begaafde graveur R.J. van Arum als directeur aantrok. Zo kon hij zijn publicaties snel en tegen lage kosten voorzien van illustraties

Sijthoff startte zijn onderneming in 1851 als drukkerij en drukte aanvankelijk in opdracht van derden boeken en handelsdrukwerk. Al snel begon hij met het drukken en uitgeven van boeken voor eigen rekening en risico. De eerste jaren betrof het vooral titels die hij van andere uitgevers overnam, daarna steeds meer oorspronkelijke uitgaven.

Sijthoff vatte zijn taak als uitgever serieus op, ook waar het kinderboeken betrof. Pas twee jaar actief als drukker, kreeg hij voor Het gulden boekske voor lieve kleinen een eervolle vermelding van de Maatschappij voor Nijverheid voor de  fraaie uitvoering. Binnen 25 jaar bouwde hij een kinderboekenfonds op van meer dan 400 titels, deels vertaalde jeugdlectuur, maar ook veel Nederlands werk geschreven door vrijwel alle bekende auteurs van kinderboeken uit die tijd, onder wie Agatha (R. de Goeje), P.J. Andriessen, E. Gerdes, J.J.A. Goeverneur, P. Louwerse en W.F. van Oostveen.

 

Sijthoff was ook actief als uitgever van kinderprenten. Tussen 1854 en 1857 gaf hij drie series prenten uit.  De eerste serie van 24 prenten drukte hij met gebruikte houtblokken die hij van zijn leermeester Koenraad Fuhri had overgenomen. De prenten die bekend staan als Sijthoff’s Prentenboek, zijn niet genummerd en hebben vaak een titel zoals Rijm-PrentAllerlei of het merkwaardige Staalkaart van onze Natuurgenooten.

Met de tweede serie dong hij mee naar de prijs die de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen in 1852 uitloofde voor een nieuwe serie Nutsprenten.[1] Sijthoff won de prijs en bracht 20 prenten uit onder de titel Prenten tot Nut van het Algemeen, die echter niet voldeden aan de eisen die ’t Nut stelde. In 1857 begon Sijthoff een derde serie: de Nieuwe Hollandsche Kinderprenten. Het was een serie van achtenveertig prenten; weinig samenhangend, traditioneel en strak ingedeeld met zes tot twintig afbeeldingen, die vergezeld gingen van een rijmpje, vermoedelijk van de hand van J. Schenkman.[2] Ook voor deze serie putte Sijthoff uit de ruime voorraad eerder gebruikte houtgravures.

 

De  belangstelling van Sijthoff voor kinderprenten betrof niet alleen het uitgeven ervan; hij was ook actief als verzamelaar van centsprenten. Vermoedelijk begon Sijthoff met het verzamelen al in de jaren 1850. Zijn doel was in die periode niet zozeer het aanleggen van een prentverzameling als liefhebber, maar om inzicht te krijgen in de producten van zijn concurenten. Zo volgde hij het voorbeeld van zijn grootste concurent, Jan Schuitemaker uit Purmerend die al eerder met veel succes bijna 200 prenten onder de titel Prenten-Magazijn voor de Jeugd had uitgegeven.[3]

 

Eigentijdse prenten van Nederlandse uitgevers waren in die tijd gewoon te koop. De verzameling van Sijthoff telde dan ook veel prenten van zijn collega-drukkers en -uitgevers, waaronder Schuitemaker (ruim 200 prenten), Kolff (24), Noothoven van Goor (181), Funke (38), De Haan (167), Segboer (12), Van Dorp (48), Van der Moolen (39), De Ruyter & Meyer (126) en Zalsman (70). Dit moet hem als uitgever een goed beeld hebben gegeven van de markt voor Nederlandse prenten.

 

Maar Sijthoff ontpopte zich na verloop van tijd als verzamelaar die ook interesse had voor de oudere centsprenten. In 1883 kwam Gerrit van Rijn met de Catalogus eener belangrijke verzameling kinderboeken, kinderspelen en kinderprenten; ook internationaal bezien, de eerste verkoopcatalogus die uitsluitend aan kinderboeken en –prenten was gewijd.[4] In deze catalogus werden ruim 100 centsprenten uit de 18e en vroege 19e eeuw aangeboden.

Dat Sijthoff prenten van Van Rijn heeft gekocht staat vast, omdat bij de veiling van de Collectie Sijthoff als provenance G. van Rijn is vermeld. Uit deze catalogus zijn echter, voor zover valt na te gaan, geen prenten door Sijthoff aangekocht. Was Sijthoff buitenslands en niet op de hoogte van de verkoop van deze prenten, die goed in zijn verzameling gepast zouden hebben? Hoe dan ook: bij gebrek aan belangstelling liet Van Rijn deze centsprenten met de kinderboeken in januari 1884 veilen bij zijn compagnon C.H.E. Breijer.[5]

 

Het was in die tijd al niet gemakkelijk de centsprenten van vóór 1800 te verzamelen. Sijthoff wist uiteindelijk niet meer dan ca. 150 van deze oude Nederlandse centsprenten bijeen te brengen. Nu genoten deze prenten nog niet de belangstelling die ze heden ten dage hebben. De meeste antiquaren, veilinghouders en tweede handsboekhandelaren trokken hun neus er nog voor op. Het ontbrak dus ook aan verkoopkanalen. Daarvan getuigt een advertentie die hij plaatste in het Nieuwsblad voor den Boekhandel:

    

CENTS – KINDERPRENTEN.

Ik verzamel oude KINDERPRENTEN.

Mocht soms een der Confraters mij voor geld en goede

woorden wat kunnen afstaan, dan zal mij dat aangenaam zijn.

Leiden, 22 Jan. 1889     A.W. Sijthoff

 

Of deze advertentie Sijthoff veel prenten heeft opgeleverd, weten we niet.

 

Op zijn vakgebied oriënteerde Sijthoff zich heel internationaal. Een deel van zijn leertijd had hij in Parijs doorgebracht en daaraan veel relaties overgehouden. Ook in Engeland, België, Duitsland, Oostenrijk en Spanje beschikte hij over een netwerk van relaties. Op de vele reizen die hij naar het buitenland maakte en langdurige verblijven in het Zuidduitse Feldafing en  Bagnères de Luchon in de Pyreneën, verwierf hij prenten die daar op de markt kwamen. Zijn verzameling telde dan ook een enorm aantal prenten uit deze landen.

Van de Belgische uitgevers waren er 623 prenten in de verzameling, merendeels van de Turnhoutse drukkers Beersmans (96), Brepols (185), Delhuvenne (12) en Glenisson & Van Genechten (72), maar ook van Hemeleers uit Schaarbeek (117) en Gordinne uit Luik (141). Hierbij waren slechts 12 oude drukken van Brepols.

 

De verzameling prenten uit andere landen is onevenwichtig over de toen werkzame uitgevers gespreid. Op een totaal van 3429 Duitse prenten zijn er ruim 1400 van de Neuruppiner uitgever Oehmigke & Riemschneider, maar slechts 202 van Kühn en bijna 1100 Münchener Bilderbogen van Braun & Schneider. Van de overige Duitse uitgevers waren alleen Scholz uit Mainz (254) en Weise uit Stuttgart (248) goed vertegenwoordigd. Slechts een 50-tal Duitse prenten waren oudere, traditioneel op geschept papier gedrukte.

Ook het Franse deel van de collectie is onevenwichtig van samenstelling. Zo is Pellerin uit Epinal vertegenwoordigd met niet minder dan 1782 prenten en het eveneens Spinalese drukkersbedrijf Pinot-Olivier-Sagaire met 476 op een totaal van 2554 prenten. Van de oudere Franse volksprenten waren er slechts een tiental in de verzameling.

Opmerkelijk was het grote aantal  Spaanse volksprenten (184), o.a. van Estevill (116) en Bosch (37) uit Barcelona. Van Partridge & Co. uit Londen telde de verzameling 36 exemplaren.

De samenstelling van Sijthoffs verzameling weerspiegelde niet zozeer wat er in die landen op de markt was in die tijd, eerder zijn netwerk van relaties waardoor hij prenten verwierf.

 

Sijthoff was één van de eersten die het belang van deze prenten inzag. Hij was de eerste in Nederland die op grote schaal centsprenten verzamelde; vooral de eigentijdse uitgaven uit binnen- en buitenland.[6] 

Dat we zo goed zijn geïnformeerd over Sijthoffs verzameling komt doordat hij in 1895 zelf een summiere catalogus drukte.[7] Deze catalogus telde meer dan 7000 prenten; hiervan waren er slechts 1831 van Nederlandse origine. Het is overigens merkwaardig dat Sijthoff toen niet alle door hem uitgegeven kinderprenten in zijn verzameling had opgenomen. De serie Sijthoff’s Prentenboek ontbrak geheel en van de Nieuwe Hollandsche Kinderprenten waren niet alle prenten aanwezig.

 

Met zijn verzameling kinderprenten stond Sijthoff ook een doel voor ogen: het uitgeven van een prachtwerk over centsprenten.[8] Het is nooit tot deze uitgave gekomen. Mogelijk omdat de verschijning in 1910 van het eerste standaardwerk op het gebied van de volks- en kinderprenten door Van Heurck en Boekenoogen zijn plannen doorkruiste en het prachtwerk overbodig maakte.

 

Een tweede catalogus verscheen in 1912 toen Sijthoff de verzameling liet veilen bij Van Stockum’s Antiquariaat te Den Haag.[9]  In de veiling waren ook een groot aantal tekeningen opgenomen o.a. van David Bles, Charles Rochussen en Johan Braakensiek. Waarschijnlijk betrof dit ontwerpen voor houtgravures en litho’s die Sijthoff had gebruikt in publicaties, zoals de houtgravures in de fraaie uitgave van Van Lenneps werken.

Onder nummer 675 waren 9635 verschillende prenten vermeld, gerangschikt naar land en plaats van uitgave en met vermelding van drukker, uitgever of (weder)verkoper. Ca. 2200 Nederlandse prenten werden  op deze veiling gekocht door de Amsterdamse veilinghouder en antiquaar  H.G. Bom voor ƒ800,-. Dit was een hoog bedrag, omdat het ging om slechts ongeveer 150 prenten van uit de 18e en vroege 19e eeuw en meer dan duizend prenten uit de industriële periode die toen niet zeldzaam waren. Bom kocht de prenten waarschijnlijk voor F.G. Waller, verzamelaar van o.a. volksboeken en -prenten. Waller was een  relatie van Bom, die al eerder een groot aantal prenten uit de verzameling Viq-Carbasius voor hem had verworden. Zo heeft Sijthoff vermoedelijk bijgedragen aan de vorming van de grootste centsprentenverzameling in Nederland: de collectie Waller in het Rijksprentenkabinet.

 

Sijthoffs verzameling was de eerste en de grootste centsprentverzameling die ooit in Nederland bijeen is gebracht. Ze telde bij veiling ruim 14.000 prenten, waaronder ca. 4000 dubbele exemplaren. Hierbij moet wel worden aangetekend dat in de latere verzamelingen van Boekenoogen, Waller, Van Kuyk, Van Veen en Boerma de Nederlandse prenten en vooral de oudere, traditioneel gedrukte veel beter waren vertegenwoordigd.

Een half jaar nadat zijn prentverzameling was geveild overleed A.W. Sijthoff in Feldafing op 83-jarige leeftijd.

 


[1] In zijn fraaie publicatie Leerzaame prentjens voor de jeugd (Utrecht: Matrijs 2009) geeft Jo Thijssen een uitvoerige uiteenzetting over de prijsvraag en Sijthoffs prentserie.

[2] J. Schenkman verklaart zich in een brief aan Sijthoff bereid om teksten bij de platen te maken: ‘wat de geest aangaat; dit hangt grootendeels van de prenten zelve af en overigens is het mij onverschillig of Ued. die op hoogst ernstige toon of wel op meer luimige wijze wilt hebben vervaardigd.’ (UBL archief Sythoff nr. 1856.90).

[3] A.G.J.M. Borms, 'De kinderprenten van A.W. Sijthoff'. In: De Boekenwereld 2003, jrg. 20, nr. 1, p. 2-19.

[4] T. Gielen, 125 jaar catalogus Van Rijn. In: Berichten nr. 59, sept. 2008, p. 3-4.

[5] De veilingcatalogus uit 1884 is gelijk aan de door Gielen beschreven catalogus; nu voorzien van een omslag met dezelfde titel en waarop de kijkdagen werden aangekondigd.

[6] Ook verzamelaar Coen van Veen noemt Sijthoff als eerste verzamelaar van centsprenten in een interview in de Haagsche Courant van 18-9-1971.

[7] Kinderprenten in het bezit van A.W. Sijthoff te Leiden, Leiden: [A.W. Sijthoff] 1895.

[8]  R. van der Meulen, Een veertigjarige uitgeversloopbaan, Amsterdam: P.N. van Kampen 1891, p. 156.

[9] Catalogue d’une belle collection d’estampes et de dessins anciens et modernes […] provenant des successions de M.M. C.O.C. Obreen Rotterdam G. van Rijn Rotterdam […] Collection A.W.S.…Leide, Den Haag: Van Stockum 1912.

© 2001-2010 A.G.J.M. Borms. Bijgewerkt op 06 januari 2010.

Overname, copiëren en downloaden voor niet-commercieel gebruik van teksten en afbeeldingen is toegestaan onder vermelding van bron SGKJ/AGJMBorms. Contact centsprenten@xs4all.nl.